Daar stonden we dan, ik keek vanuit onze geparkeerde auto naar een huis wat op het eerste gezicht op instorten stond. Het waaide vreselijk en het was heel koud buiten.
Hanno had de dozen vol met warme kleding en schoenen al in zijn hand en liep naar het huis toe. Een aantal kinderen kwamen naar ons toegerend.
Ik keek naar de kinderen, de meeste liepen buiten op hun blote voeten en in korte mouwen. Overal om ons heen zag ik afval, kapotte spullen en hopen met paarden en koeien poep.
De vrouw des huizes nodigde ons binnen uit. Ergens halverwege kwam ze er opeens achter dat Maud in de draagdoek half verstopt onder mijn jas zat. Een ontzettend lieve vrouw met zoveel kinderen dat ik al snel de tel kwijt was.
Binnen een paar minuten hoorde en zag ik heftige dingen. In de woonkamer (3 bij 2 meter) lag er op een bank in het hoekje een gehandicapt meisje van 4 jaar en heeft dit gezin (bestaande uit 13 personen) geen badkamer.
De oneerlijkheid van het leven beukte als een stormram op me in. Ik had tranen in mijn ogen toen ik het prachtige meisje op de bank zag liggen. Ze straalde een soort van hemelse vreugde uit die ik nog nooit eerder bij iemand heb gezien.
Lopen en praten kan ze niet en haar levensverwachting is laag. We baden voor haar en ons verlangen is groot dat God haar geneest.
De hele dag ligt ze daar maar. Wat zou het leven van dit meisje er anders uit zien als ze in een rijk land was geboren. We bidden voor mogelijkheden om dit gezin verder te kunnen helpen want ons hart bloed van de hele situatie.
Dit soort verhalen delen we niet om complimenten te krijgen. Maar het is wel bedoeld om jullie even mee te nemen naar hier.